Het belang van bewegen bij de hond

Voordat je een hond aanschaft is het belangrijk te beseffen dat elke hond beweging nodig heeft. Net als de mens. Vijfmaal per dag een blokje om is niet genoeg om je hond gezond te houden. Kan een mens naar de sportschool als ze thuis of op het werk te weinig aan bewegen toekomen, een hond is afhankelijk van de baas. Natuurlijk maakt het uit wat voor een hond je hebt – het ene ras heeft meer beweging nodig dan de andere en niet elke hond is een sporthond – maar voor elke hond geldt: gevarieerde beweging is de basis voor een gezond hondenlichaam, waarbij een goede opbouw en een balans tussen belasting en rust een voorwaarde is. Agility trainer Katja Slippens deelt haar kennis en ervaring.

Bewegingsopbouw bij een pup

Als ik een pupje in huis neem ga ik natuurlijk niet meteen een half uur per dag in het park rennen met het hondje. Zijn botten moeten nog groeien, zijn groeischijven zijn nog heel kwetsbaar en moeten zich nog verder ontwikkelen. Het is belangrijk gedoseerd te bewegen. Beweging en training hebben tot doel om het lichaam en bewegings coördinatie optimaal te laten ontwikkelen van mijn jonge hond, niet het vroegtijdig verhogen van sportprestaties. Dit gedoseerd bewegen komt de spierontwikkeling, coördinatie ontwikkeling, en ontwikkeling van sociaal gedrag ten goede. Ik vermijd piekbelasting en hoge intensiteit! 

Ik pas mijn beweegprogramma aan op de leeftijd. Een jonge hond mag 3 tot 4 keer per dag wandelen, waarbij de duur van de wandeling 10 minuten per maandleeftijd per wandeling mag zijn. Let op mag, het moet niet. Dat betekent dat een pup van 3 maanden tot 30 minuten per wandeling mag lopen. Let op je pup, als hij tekenen van vermoeidheid vertoont moet er eerder worden gestopt. Achteraan geraken, gaan zitten of liggen, verminderde alertheid, stresssignalen vertonen betekent echt stoppen. Ik ga liever twee keer 8 minuten lopen aan de lijn dan in één keer meteen 15 minuten volmaken. Doe gerust rustig aan met een pup en jonge hond, hij loopt zichzelf al gauw genoeg voorbij als hij speelt. Ik laat mijn pup lopen op zacht gras, los zand en daar heel kort, over takken snuffelen en zijn gangetje gaan.

Niet teveel en te wild spelen

Als een pup nog niet veel ondernomen heeft bij de fokker en je neemt als kersverse baas je 5 maanden jonge hond meteen mee voor een boswandeling van 20 minuten, dan is de belasting gauw teveel voor het dier in de groei: het wordt moe, gaat in zijn banden hangen en overbelasting ligt op de loer. Is de hond de volgende dag niet te porren voor spelen en wandelen, dan kan dat een teken van spierpijn zijn. Rust is dan belangrijk. Realiseer je ook dat lopen aan de lijn minder belastend is voor je hond dan loslopen. Dus als je je hond los laat lopen, maak dan de duur van de wandeling korter.

Ook wilde spring- en sjorspelletjes zijn snel belastend voor een pup: het gaat snel over zijn grenzen heen. Aan de baas om de regie te houden en de intensiteit en duur van het spel te bepalen. Vaak even kort spelen is prima en dan bouw je aan een goede relatie tussen baas en hond. Zoekspelletjes naar bal of speeltjes in hoog gras en bos zijn leuke spelletjes. Allemaal gedoseerd en rustig. Ik gooi nooit stokken, omdat deze gevaarlijke ongelukken kunnen veroorzaken als de hond erin loopt, maar ik gooi ook geen tennisballen. Een bal kan snel van richting veranderen, waardoor een pup onbezonnen zijn hele lijfje alle kanten opdraait om de bal te pakken. Deze ongecontroleerde bewegingen brengen veel schade toe waar de hond op latere leeftijd problemen mee gaat krijgen. Daarom speel ik liever met een zacht flostouwtje wat niet ver te gooien is, om de hond te leren apporteren. Dit is een heel leuk spelletje samen. Ik laat de kleine pup niet met grote puppen spelen. Als ze mag spelen met een andere vreemde hond, dan met een rustige volwassen hond.

Trainingsopbouw bij een sporthond

Bij mijn sporthonden begin ik vanaf 11 maanden de hond naast de fiets te wennen: ik ga dan rechts naast de fiets lopen met de hond aan de riem rechts naast mij. Naast een fiets lopen kan soms best lastig zijn voor de hond, dat rare enge ding. Als dat goed gaat ga ik op de fiets zitten en step ik een beetje mee totdat ik langzaam de pedalen ga gebruiken. Dit doe ik steeds even bij ons de straat uit en terug.
Pas als de hond één jaar oud is ga ik fietsen en bouw dan uit: 2 minuten langzaam fietsend aan de riem, dan lekker loslopen en laten snuffelen, terwijl ik met de fiets aan de hand loop en dan terugfietsen. Ook weer 2 minuten aan de riem naast de fiets. Dit doe ik drie keer per week met een iets stijgende snelheid en steeds met een rustdag ertussen voor het herstel van de spieren. De volgende weken bouw ik de belasting op met bijvoorbeeld 3 minuten per stukje, de week erna 4 minuten per stukje en zo voort. Door goed naar de honden te kijken bepaal ik de belasting: Hebben ze bijvoorbeeld op zondag een drukke dag gehad met rennen op het strand of een wedstrijd, dan ga ik pas op woensdag weer echt fietsen. De maandag wordt in dit geval een rustdag met lopen in een heel laag tempo aan de fiets of gewoon lekker rustig wandelen. Ik houd die rustdag in acht. 

Intervaltraining

Mijn honden zijn sprinters, het trainingsdoel is het opbouwen van snelheid en acceleratie. Als de spieren zich goed ontwikkelen bouw ik de training uit met intervaltraining op de fiets.  Eerst opwarmen met een heel laag tempo aan de fiets, dan langzaam de snelheid opvoeren naar een flinke sprint en dan weer terug naar een langzaam tempo om de ademhaling weer te normaliseren. Afhankelijk van wat ze aankunnen herhaal ik deze interval tot drie keer, totdat we een wandeltempo hebben bereikt 200 meter voordat we thuis zijn. Dat laatste stuk wandelen we dan naar huis. 

Als ik geen intervaltraining doe, kies ik voor twee keer per dag kort fietsen op een normaal tempo (20km/u). Ook dan is – net als bij interval - een warming up en achteraf de cooling down heel belangrijk.

Beweging voor de niet-sporthond

Voor alle honden is bewegen belangrijk voor de opbouw van een gezond en stevig bewegingsapparaat. Bewegen brengt je samen naar buiten in de frisse lucht, het lichaam wordt gezonder, hart en longen worden optimaal getraind en het leven krijgt daardoor meer inhoud en kwaliteit. Een hond geniet van bewegen. Van oorsprong is een hond en beetje een zwerver die ervan houdt lekker om hier te scharrelen en te snuffelen, om samen te ravotten, daar wat te eten en om dan een aantal uur lekker samen uit te buiken.

Kijk goed naar wat jouw hond aankan. Zeker bij oudere honden kan het snel teveel zijn. Mijn eigen oudere hond laat ik hooguit een half uur rennen naast de fiets met halverwege een rustmoment waarbij hij lekker los mag snuffelen. Als je merkt dat je hond gaat inhouden bij het lopen naast de fiets, draai dan om en ga naar huis. Het dier heeft genoeg gehad. 

Wees in de zomer altijd alert op tekenen van oververhitting: een rode tong, droog bleek tandvlees, dik slijm, desorientatie en flink meer hijgen als normaal zijn signalen dat je hond te warm wordt. Als die tong en het tandvlees blauw wordt, moet je onmiddellijk koelen en een dierenarts opzoeken. Je hond is dan oververhit en dat is levensbedreigend.

Bewegen is leuk, maar doseren is de kunst bij je hond. Neem de rustdag tussen de trainingen in acht en bouw de zwaarte van de training met kleine (te kleine voor je gevoel) stappen op. Heeft je hond geen zin of is hij de volgende dagen stijf dan heb je wellicht teveel gedaan. Let op dat signaal en ga met een lagere intensiteit verder.

Ook voor de honden met korte neusjes en korte pootjes is sporten belangrijk. Pas gewoon de intensiteit aan. Bewegen zorgt ervoor dat je hond niet te zwaar wordt, fit blijft en daarmee een betere kwaliteit van leven heeft.

Zwemmen is een goede en leuke afwisseling voor een hond.

Voeding en supplementen

Ik laat mijn honden nooit sporten, spelen of sprinten vlak nadat ze gegeten hebben. Als ik ze eten heb gegeven moeten ze van mij twee uur wachten op actie. Geef ze ook geen eten vlak na de inspanning, maar wacht totdat de hond weer normaal ademt. Voer een hond nooit als het nog hijgt. Dit om een maagtorsie (maagkanteling) te vermijden. 

Merk je dat de hond wat last van krampen in zijn poten krijgt en langzaam herstelt na een inspanning, dan kan extra magnesium over het voer het herstel van de spieren bevorderen. Als ik zelf veel gefietst heb neem ikzelf ook altijd een schepje. 

Omdat ik de PUUR Muscle mass met de Doils Vital geef merk ik bij mijn honden zelden tekenen van overbelasting op. Maar het is iets dat je te allen tijde in de gaten houdt. 

Wie is Katja Slippens?

Katja Slippens is sinds 2001 actief in de agilitysport. Als trainer geeft zij les in agility op locatie bij verenigingen en bij stichtingen. In 2015 werd Katja met Ziva haar Mechelse Herder wereldkampioen agility. In 2016 startte zij in Almere met haar partner Tom Stricker haar eigen hondenschool Blazing Amber Training. Hier kan de sport agility op verschillende niveaus worden beoefend: van puppycursus tot recreatief en competitief. Katja volgt elk jaar meerdere keren seminars van andere vooruitstrevende handlers uit de hele wereld en gebruikt deze kennis in de training van haar eigen honden. Bij Blazing Amber Training staat het plezier in het samenspel tussen baas en hond centraal.