NML 'prikkelt' gezondheid

Leestijd 5 minuten
 NML health_De Gooi- en Eemlander_foto 12 maart, toen de 1,5m regel nog niet gold. FOTO’S STUDIO KASTERMANS/BEN DEN OUDEN

In een pittoreske boerderij aan het Naardermeer, op één van de stilste plekjes van Weesp, is NML health gevestigd. Op die prachtige locatie ontwikkelt het bedrijf recepturen voor diersupplementen, hebben ze een kenniscentrum voor dierenartsen en andere dierenprofessionals en verkopen ze hun producten.

Business to business

„Alleen aan de zakelijke markt, dierenartsen en groothandels, niet aan consumenten”, vertelt Irene Rol (60). Ze is eigenaar van het bedrijf en bewoner van de boerderij die ze deelt met drie honden, een kat en drie IJslandse paarden. Op kantoor is het in deze dagen wat stiller: in deze coronatijd gaat contact vooral via Zoom en Teams. „Dat gaat supergoed, scheelt reistijd en het milieu, dus past prima bij ons.” Het magazijn staat vol met producten, ontwikkeld uit vierhonderd recepturen die bedacht zijn in de loop der jaren en wat ’serviceproducten’: „Die hebben we niet zelf ontwikkeld maar hebben we hier op voorraad als service aan dierenartsen die veel bij ons kopen. Bijvoorbeeld VacciCheck, daarmee kunnen dierenartsen met een druppeltje bloed zien of een hond of kat ingeënt moet worden of dat ze nog voldoende antistoffen van de vorige keer hebben.” Ze hebben producten voor paarden, honden, katten en knaagdieren. 

Kansen

Rol was bedrijfskundige en juriste, ze begeleidde MKB-bedrijven op het gebied van personeelsvraagstukken en bij juridische vragen. In 1996 werkte ze als interimmanager bij VSM, het bedrijf dat homeopathische (genees)middelen maakt. „Ze besloten op dat moment om de dierenlijn af te stoten. Ik dacht ’dat vind ik leuk, daar zie ik kansen’”, vertelt Rol die een enorme dierenliefhebber is. „Alle deuren waren toen nog gesloten voor natuurlijke gezondheidsproducten voor dieren, er waren maar een paar dierenartsen die er wel voor open stonden. Mijn filosofie is en was daarbij: ik steek alleen tijd en energie in mensen die daar meer over willen weten.” Rol ging weer studeren, fytotherapie (plantgeneeskundige), homeopathie, orthomoleculaire geneeskunde (vitamines en mineralen) en nog meer opleidingen. Samengevat heeft ze zich op heel veel verschillende manieren verdiept in de werking van het lichaam, het gedrag van dieren en hoe je dat kunt prikkelen of bijsturen met kruiden en planten, supplementen.

Niesziekte 

Die opleidingen zijn gericht op mensen, maar werken volgens Rol ook voor dieren: „De gewrichtsstofwisseling, beweging, bijna alles kun je één-op-één vertalen van mensen naar dieren.” Waar het anders is? „Supplementen ter ondersteuning bij niesziekte bij katten, dat hebben mensen natuurlijk niet zo”, zegt ze droog. „Onze producten zijn ook geschikt voor mensen, bijvoorbeeld honingzalf, een wondzalf die ontstekingsremmend werkt en die zorgt dat de wond mooi geneest. Die verkopen we aan dierenartsen maar ook aan het brandwondencentrum, voor mensen dus.” En inmiddels is er ook een eerste ’mensenlijn’ ontwikkeld: Phytonics Humaan. „Ik ga niet op de stoel van de dierenarts zitten, die stelt de diagnose en schrijft middelen voor”, benadrukt ze. De drie accountmanagers van NML zijn de ’ogen en oren’ van het bedrijf bij de productontwikkeling. „Ze hebben contact met dierenartsen en andere professionals en horen waar behoefte aan is. Bijvoorbeeld of we van die honing ook niet een goede druppel voor oorontstekingen kunnen maken. Dan gaan we aan de slag met de ingenieur die de zalf heeft ontwikkeld.” De belangrijkste rol van haar bedrijf: het samenbrengen van de verschillende geneeswijzen. „Met welke stofjes ga je wat beïnvloeden”, verduidelijkt ze. Stofjes uit planten en kruiden waar uitgebreide monografieën van zijn, wetenschappelijke artikelen over de werking van de stoffen. „Tot op het kleinste niveau is dan bekend wat de werking is, op welke organen of systemen het invloed heeft en wat de interactie met andere middelen is.” Sommige producten zijn samen met universiteiten of dierenartsen ontwikkeld en ook bij het testen zijn zij betrokken. „Daar gaat wel drie tot vijf jaar overheen. En dan nog twee jaar uitproberen bij bevriende dierenartsen.” 

Apetrots

Van 1996 tot 2010 leverden ze alleen aan dierenartsen, want: "Eerst moet de diagnose goed gesteld worden.” Inmiddels leveren ze ook aan gespecialiseerde dierenzaken. "Dat kan prima bij sommige aandoeningen, een hond die diarree heeft kan je gelijk wat geven. Daar heb je geen diagnose voor nodig”, vindt Rol. „Met een instructie wanneer je toch naar de dierenarts moet.” Ze hebben afgelopen februari een prijs gewonnen met een product voor paarden. Hoe was dat? De dierenliefhebber valt heel even stil, haar ogen gaan stralen: „Waanzinnig, we zijn apetrots. Voor paarden worden heel veel supplementen gemaakt, bij de gemiddelde paardeneigenaar staan wel zes potjes op de plank. We waren al trots dat we genomineerd waren. Het is zo’n waardering voor al het werk dat we doen. Waardering is moeilijk te krijgen want je mag niks over de werkzaamheid van producten zeggen, je bent met handen en voeten gebonden. ’Ondersteunt bij een goede suikerstofwisseling’, dan weet je vaak niet waarvoor het is.” Rol vervolgt haar verhaal: „Paarden staan in weilanden heel veel Engels raaigras te eten dat eigenlijk bestemd is voor koeien die veel melk moeten geven. Niet goed voor ze, want paarden zijn sobere dieren die genoeg hebben aan een grasje, kruiden, een mosje, een takje. Als ze veel gras eten dan krijgen ze te veel suikers binnen en kunnen ze insulineresistent worden, net als mensen die dan diabetes type 2 ontwikkelen”, doceert ze. „We geven vooral informatie aan paardenbezitters dat ze de hoeveelheid (Engels raai-)gras die hun paarden binnenkrijgen beperken. Daarnaast het advies om winnende product te geven om de suikerstofwisseling te helpen en ook nare aandoeningen te voorkomen. Dan moet je denken aan staart- en maneneczeem of hoefbevangenheid, een pijnlijke ontsteking binnen in de hoef”, legt ze uit.

Idealistisch

„De goede reviews en de gewonnen prijs, dat is de waardering waarvoor je het doet.” Ze wil mensen vooral attent maken waarvoor een dier gebouwd is en wat minder handig is: „Een paard moet bijvoorbeeld niet alleen op stal staan, het is een kuddedier en daar krijgt hij stress van. Het gaat over het hele traject van de leefomstandigheden van het dier tot de diagnose van de dierenarts. Een supplement is het slotstuk en vaak alleen tijdelijk een ’prikkel’ om het dier gezond te krijgen of te houden. Misschien een beetje idealistisch, maar dat is wat we nastreven.”

Bron: Dit stuk is eerder gepubliceerd in De Gooi- en Eemlander van maandag 15 juni 2020, geschreven door Yvonne Hulsbos. Foto's Studio Kastermans/Ben den Ouden. (Foto genomen op 12 maart, dus nog net voor de 1,5m regel)

Bekijk hier het krantenartikel