Blaasontsteking bij hond en kat

Blaasontsteking is een veel voorkomende aandoening bij honden en katten. Bij honden is de oorzaak vaak een bacteriële infectie, bij katten is dat zelden het geval. De oorzaak bij katten wordt wel ‘idiopathisch’ genoemd, de medische term voor ‘onbekend’.

De eigenaar merkt vaak dat zijn dier meer drinkt. Ook plast het dier vaker kleine plasjes. Soms is dat plassen ook erg pijnlijk. De urine kan troebel zijn en er kan ook bloed inzitten. Omdat katten vaak buiten plassen, is het voor de eigenaar lastiger om dit te herkennen dan bij de hond. Het is daarom handig om ook in huis een kattenbak te zetten, ook als de kat normaal buiten zijn behoefte doet.

Omdat bij (jonge) katten een blaasontsteking vrijwel nooit door een bacteriële infectie wordt veroorzaakt, is het geven van antibiotica bij de meeste katten met blaasontsteking niet zinvol. Vaak is bij katten stress de oorzaak. Ook overgewicht en te weinig beweging lijken een rol te spelen. In 20 tot 30% van de blaasontstekingen bij de kat is de oorzaak blaasgruis of blaasstenen. Laat dus altijd de urine onderzoeken bij twijfel! 

Bij de hond komen blaasontstekingen juist meestal voor bij gecastreerde teefjes. Teven hebben een kortere en wijdere plasbuis dan reuen en hebben vaker blaasproblemen. Vrouwelijke hormonen zorgen voor een krachtige sluitspier en stimuleren een beschermende laag in de blaas. Na castratie veranderen deze hormonen en verslappen de sluitspieren. Hierdoor kunnen er makkelijker bacteriën binnendringen na het plassen. 

Bij oudere dieren kunnen geslachtshormonen ziekten veroorzaken zoals een baarmoederontsteking of een prostaatontsteking. Deze ontstekingen kunnen weer een blaasontsteking veroorzaken. Bij terugkerende blaasontstekingen is het altijd raadzaam om nader onderzoek te doen. Denk hierbij aan urine-, röntgen- en/of echo-onderzoek. 
 

Blaasstenen en blaasgruis

Bij blaasgruis worden er microscopisch kleine korreltjes (lijkt op kleine kristalletjes) gevormd in de urine van de hond of kat. Met name bij de kat wordt dit vaak gezien. Ook komt het vaker voor bij dieren met stress, overgewicht en die weinig bewegen. Verkeerde voeding speelt hierbij vaak een grote rol. 

Katten zijn moeilijke drinkers. Veel katten leven op brokken waar weinig tot geen vocht in zit. Dit zorgt voor geconcentreerde urine en een verhoogde kans op het ontwikkelen van blaasgruis. 

Bij katers en reuen loopt het gruis vast in de taps toelopende plasbuis in de penis. Als poezen en teven gruis ontwikkelen in de blaas, kunnen zij dit makkelijker kwijt door hun wijdere plasbuis. Het gruis ‘kolkt’ in de blaas en heeft scherpe randjes (kristallen). Hierdoor raakt de tere blaaswand beschadigd. Dat zie je terug in bloed in de urine en dit kan weer blaasontstekingen veroorzaken.

Let op! Als een dier niet meer kan plassen is dit een levensbedreigende situatie! Als de plasbuis niet snel- met een katheter - geopend kan worden komt het dier te overlijden door de gifstoffen in de urine. 
Hoe herken je blaasgruis? Aan kleine beetjes plassen, in huis plassen, pijn en persend plassen, schreeuwen tijdens het plassen, voortdurend aan de plasbuis likken, sloomheid, niet eten en veel drinken. Waarschuw direct een dierenarts!

Soorten blaasgruis

Er zijn verschillende soorten blaasgruis en blaasstenen. Bij de kat komt struviet het meest voor. Deze kan met aanpassing van de voeding aangepakt worden.

Bij de hond is blaasgruis van het type struviet vaak het gevolg van een bacteriële blaasontsteking. Na het geven van de juiste antibiotica, verdwijnt het blaasgruis vaak vanzelf. Een dieet is in die gevallen niet nodig. Een aantal hondenrassen heeft een vergrote kans op het ontwikkelen van blaasgruis of blaasstenen. Ook dieren die lijden aan een levershunt of worden behandeld met medicatie tegen Leishmania lopen een verhoogd risico.

Herhaling voorkomen

Meestal wordt bij een blaasontsteking antibiotica ingezet. Blaasontstekingen hebben echter de neiging om steeds terug te komen. Het herhaaldelijk inzetten van antibioticakuren is om meerdere redenen, waarvan antibioticaresistentie er een is, niet aan te raden. 

Vooral bij katten is het belangrijk om stress te reduceren. Het is niet altijd mogelijk de stressfactor weg te halen, maar er zijn wel degelijk producten op de markt die stress verminderen. Zorg dat de kat niet te zwaar wordt en voer de kat 2 x per dag met vaste hoeveelheden. Probeer met een speeltje de kat uit te dagen om meer te bewegen. Meer drinken kun je stimuleren door drinkfonteintjes, wat bouillon of kattenmelk. 

Cranberry: een krachtig middel

Zowel bij honden als katten moet voorkomen worden dat een blaasontsteking chronisch wordt. Een supplement met Cranberry helpt de blaas en urinewegen gezond te houden.

De Cranberry of Grote Veenbes is een zeer zure bes. Lang werd aangenomen dat het de zuurtegraad van deze bes was die een ongunstig milieu voor bacteriën creëerde in de blaas. Uit onderzoek is echter gebleken dat deze werking op een ander mechanisme berust. Het zijn vooral de rode kleurstoffen, proanthocyanidinen, uit Cranberries die de aanhechting van bacteriën aan de blaaswand verhinderen. Bovendien krijgt urine de juiste zuurgraad en krijgen bacteriën niet de kans om zich te vermenigvuldigen en worden ze uitgeplast.

Om de urine zuurder te maken en het milieu in de blaas voor bacteriën nog onaantrekkelijker te maken, wordt aan een Cranberry supplement ook Vitamine C toegevoegd.

Voor een therapeutisch effect is de dosering van de Cranberry van groot belang. Veel supplementen op basis van Cranberry bevatten wel iets van de bes, maar niet voldoende om een krachtig effect te hebben. Kies voor een supplement met minimaal de volgende concentratie (per capsule):  275 mg Cranberry extract 25:1 en 27,5 mg Vitamine C (L-Ascorbinezuur).

Behandeling

Wanneer er toch sprake is van een blaasontsteking, zet dan naast de Cranberry ook een fytotherapeutisch product op basis van ondergenoemde ingrediënten in. Deze stimuleren de functie van blaas en nieren en hebben een ontstekingsremmend, pijnstillend en diuretisch (vochtafdrijvend) effect.

Asparagus officinalis (Asperge) Vooral de wortels zijn bekend om hun diuretische werking, te gebruiken bij oedeem en blaasstenen.
Arctostaphylos uva-ursi (Beredruif ) heeft een reinigende werking op de urinewegen.
Betula alba (Berk) werkt vochtafdrijvend. Door stimulatie van de urineproductie worden bacteriën en afvalstoffen uitgescheiden.
Solidago virgaurea (Guldenroede) heeft een ontkrampende, bloeddrukverlagende en sedatieve werking. Gaat blaas- en nierstenen tegen. Heeft pijnstillende en ontstekingsremmende eigenschappen.
Uncaria tomentosa (Kattenklauw) stimuleert het immuunsysteem.
Orthosiphon stamineus (Kattensnor) werkt diuretisch en ondersteunt de nierfunctie. Werkt ontkrampend en ontstekingsremmend.

Stress verminderen

Stress en angst kunnen een reden zijn voor het ontstaan van blaasproblemen. Vooral bij de kat. Onderstaande ingrediënten bevorderen het herstel van een overbelast zenuwstelsel en de HPA-as (hypothalamus-hypofyse-bijnieras):

Carbo vegetabilis (Houtskool) wordt als verdunning ingezet bij angsten.
Dulcamara (Bitterzoet) vermindert spierspanning om de blaas en wordt ingezet bij overmatig urineren door kou. 
Hypericum perforatum (Sint-Janskruid) werkt kalmerend en rustgevend en zorgt voor ontspanning.
Lycopodium clavatum (Grote wolfsklauw) wordt ingezet bij emotionele respiratoire verkramping.
Saffraanbloesem werkt rustgevend en krampoplossend.
Natrium muriaticum in een verdund extract wordt voorgeschreven bij verdriet en teleurstelling.
Arnica montana (Valkruid) vermindert zwellingen en werkt ontkrampend.
Juglans (Walnoot) ondersteunt bij stress. 

Denk ook aan een Matatabi kauwstokje. Ideaal voor een rust- of speelmoment voor de kat.