Ouderdom en choline

Zorg dat je dier zo gezond mogelijk een hoge leeftijd bereikt. Veterinaire zorg, liefde, aandacht, beweging, de juiste voeding én voedingssupplementen spelen hierbij een belangrijke rol. Choline is een stof die daarbij goed kan ondersteunen!

Ouderdomsverschijnselen

De zorg voor dieren wordt essentieel als ze een hogere leeftijd bereiken. Met het klimmen van de jaren komen de gebreken. Er zijn een aantal verschijnselen die horen bij het ouder worden zoals toenemende slijtage en ook vermoeidheid treedt sneller op. Verbening van het kraakbeen en vermindering van de elasticiteit, afname van de beweeglijkheid van de gewrichten, oudjes gaan minder soepel en snel bewegen. Maar ook vaak gaat het geheugen en de  reactiesnelheid achteruit.

Wanneer naar de dierenarts? 

Als je dier echt ziek is, ga ermee naar de dierenarts. Zorg dat een aantal lichamelijke oorzaken zoals een verminderd gehoor of gezichtsvermogen, een verstoorde nierfunctie of een slechte schildklierwerking worden vastgesteld of uitgesloten. Maar stel dat je hond in een hoekje staat en niet meer lijkt te weten wat hij van plan was? Of als je kat alleen maar lijkt te slapen? Of 's nachts hard gaat miauwen, het naast de bak doet in plaats van erin? Zorg voor goed onderzoek door de dierenarts, zodat ziekte en daarmee samenhangende pijn is uitgesloten. Als je dier toch steeds meer last lijkt te krijgen van geestelijke achteruitgang, dit is een geleidelijk proces wat start met milde gedragsveranderingen, die in de loop der tijd steeds erger worden dan blijft er vaak maar één diagnose over: cognitief disfunctie syndroom, oftewel dementie.

Cognitief disfunctie syndroom?

De verschijnselen. Je dier wordt oud. De symptomen van CDS bij dieren lijken veel op die bij mensen met dementie. Ze vallen vooral op bij honden, minder bij katten. Dit komt waarschijnlijk doordat katten uit zichzelf al meer slapen. Bij honden zijn de symptomen vaak wat duidelijker omdat ze basisvaardigheden en reacties lijken te zijn vergeten. Net als bij mensen, treedt er ook bij dieren met dementie geheugenverlies op en hebben ze een verminderd leervermogen. Commando’s die altijd goed uitgevoerd werden, zijn ineens vergeten. Uw hond iets nieuws aanleren gaat moeilijker en langzamer, soms lukt het zelfs helemaal niet. Honden en katten gaan verschijnselen van desoriëntatie vertonen. Ze weten niet meer waar ze zich bevinden of lopen door het huis te dralen. Ook komt het voor dat honden vergeten waar ze wonen en na een uitlaatbeurt hun huis straal voorbij lopen. Een andere typische klacht is dat de hond vergeet aan welke kant een deur open gaat en dat hij aan de scharnierkant gaat zitten wachten.
Bij katten (maar ook bij honden komt dit voor) zie je vaak een verstoord dag- en nachtritme. Waar je huisdier voorheen overdag actief was en ’s nachts sliep, is dit bij dementie vaak omgedraaid. Zo kunnen honden en katten ineens ’s nachts door het huis gaan spoken en hierbij gaan janken of klaaglijk miauwen.

Ook het gedrag kan veranderen. Sommige katten hebben ineens behoefte aan heel veel aandacht, andere dieren kunnen minder alert reageren op huisgenoten. Door de dementie kan een dier een toename van angst, agressie of onrust vertonen. Honden kunnen meer gaan blaffen, ook op momenten waarop het niet gepast is. Honden kunnen plotseling al in de hoek van de kamer gaan plassen. Of ze zijn hun zindelijkheidstraining of oriëntatie kwijt en katten kunnen opeens de kattenbak niet meer vinden. 

Gezonde prikkeloverdracht

Choline is een van de weinige organische stoffen die in staat is de hersenbarrière te passeren en die onmisbaar is voor de aanmaak van de neurotransmitter acetylcholine. Deze neurotransmitter is zéér belangrijk voor de hersenen; het zorgt voor een gezonde prikkeloverdracht van het zenuwstelsel. Humaan onderzoek heeft aangetoond dat patiënten met Alzheimer een sterk verlaagde acetylcholine-spiegel hebben. Bij dieren die tekenen van beginnende dementie vertonen kan het toedienen van een hoge dosis choline dit proces remmen en in veel gevallen het dier weer behoorlijk goed met vier poten op de grond krijgen.

In sommige gevallen zijn de klinische symptomen bij geriatrische honden en katten niet te herleiden tot een bepaalde ziekte of pathologische diagnose. Dat kan zijn lethargie of een verminderd bewustzijn van de omgeving. Als je kijkt naar de vacht: een slechte vachtconditie of overmatig verharen en ook een dunne droge vacht. Chronische constipatie of fecale incontinentie en ongepast plassen komen ook veel voor en het vermageren door een slechte eetlust, slecht zien of slecht horen en minder goed begrijpen.

Al deze verschijnselen kunnen worden verminderd of voor een groot deel worden voorkomen door het geven van een supplement met choline. Een gebrek aan choline kan bovendien leiden tot spierzwakte of -verlamming en een slecht geheugen.

Wat is choline? (van het Griekse χολή, cholè, wat gal betekent)  

In chemisch opzicht is choline een ammoniumzout waaraan drie methylgroepen zijn te onderscheiden. Deze methylgroepen spelen een belangrijke rol in de methioninestofwisseling. Het is een essentiële voedingsstof die meestal wordt ingedeeld bij het vitamine B-complex. Het wordt ook wel een half-vitamine genoemd, omdat choline in mindere mate door het dierenlichaam kan worden aangemaakt, maar de productie is vooral bij oudere dieren niet toereikend. Een gezond - jong- lichaam is wel in staat is om choline in voldoende mate aan te maken. Hiervoor zijn echter bepaalde essentiële aminozuren nodig, namelijk lecitine en methionine. Wanneer deze aminozuren te weinig in de voeding worden aangeboden, maar vooral wanneer deze als gevolg van ouderdom onvoldoende worden opgenomen door het lichaam, kan een cholinetekort tot cognitieproblemen leiden.

Opname uit de voeding of suppletie met een supplement is dus in veel gevallen nodig. Bij monogastrische dieren wordt choline ook opgenomen uit het voer omdat choline aanwezig is als component van fosfatidylcholine in de celmembraan. Herkauwers zijn een uitzondering, aangezien choline vrijwel volledig wordt afgebroken in pens. Choline is in alle weefsels aanwezig als essentieel onderdeel van fosfolipiden. Het dierenlichaam slaat het niet op in één bepaald weefsel maar het komt in relatief hoge concentraties voor in essentiële organen zoals hersenen, lever en nieren.

Choline is een van de weinige organische stoffen die in staat is de bloed-hersenbarrière te passeren. Het is belangrijk voor de structuur van de celmembraan en andere membraanstructuren, evenals voor neurotransmissie. Choline is belangrijk voor de ontwikkeling van de hersenen en komt in grote hoeveelheden voor in moedermelk. Een tekort heeft mogelijk een negatieve invloed op de hersenontwikkeling en de cognitieve functies. Choline in de vorm van een azijnzuurester is de bouwstof van de neurotransmitter acetylcholine, en in de vorm van een fosforzuurester is het de component van lecithine (fosfatidylcholine).

Bronnen van choline

In voedingsmiddelen komt choline zowel in vrije vorm voor als gebonden als sfingomyeline of als fosfatidylcholine (lecithine). De hoogste gehaltes zitten in eigeel, maar ook rundvlees, kippenvlees, vis, orgaanvlees (lever) en sojabonen zijn rijke bronnen.

Wat doet (Fosfatidyl-)Choline?  

Als onderdeel van lecithine zijn Phosphatiden belangrijk voor de instandhouding van gezonde celwanden en zenuwbanen. Door bescherming en herstel van de myelineschede rond zenuwvezels verbeteren ze de overdracht van zenuwimpulsen. Als goede bron van choline kan fosfatidylcholine zorgen voor een toename van acetylcholine in de hersenen. Geheugen en concentratie zijn onder meer afhankelijk van een goede voorziening van deze voor de hersenen onmisbare stoffen (40% van de hersenen bestaat uit lecithine). Choline zorgt voor een goede impulsoverdracht in het zenuwstelsel. Choline levert ook de methylgroepen voor de synthese van SAM (S-adenosylmethionine), 

Fosfatidylcholine houdt de bloedvetten en cholesterol vloeibaar, waardoor de kans op aanzettingen in de bloedvaten afneemt. Bovendien is fosfatidylcholine nodig voor een goede vetverwerking door de lever. Choline fungeert als lipotrofe factor, en kan de opslag van vet in de lever voorkomen. De emulgator lecithine werkt vet regulerend en voorkomt dat cholesterol zich in de aderen vastzet. 

Fysiologie van choline

  1. Structurele integriteit en signaalfunctie van celmembranen choline, als voorloper van ceramide, speelt een rol bij het transport van zenuwimpulsen door de celmembraan heen. Fosfatidylcholine is bovendien essentieel voor het transport van vet en cholesterol in de vorm van VLDL (Very Low Density Lipoprotein) vanuit de lever. Het lichaam gebruikt choline om lecithine aan te maken, 
  2. Cholinergische neurotransmissie: choline is een precursor van de neurotransmitter acetylcholine. Het versnelt de aanmaak en vrijmaking van acetylcholine in de zenuwcellen. In het perifere zenuwstelsel activeert acetylcholine de spieren, terwijl het ook de belangrijkste neurotransmitter is binnen het parasympatisch zenuwstelsel, het systeem dat ervoor zorgt dat het lichaam in een toestand van rust en herstel kan komen. Het stimuleert de spijsvertering alsmede de aanmaak van glycogeen, waarin overtollig glucose uit het bloed wordt opgeslagen. 
  3. Een bron van methylgroepen: choline is een belangrijke bron van methylgroepen, voornamelijk in de vorm van zijn metaboliet betaïne. Samen met folaat en cobalamine is het een belangrijk co-enzym voor de hermethylering van homocysteïne tot methionine in de methioninecyclus. Homocysteïne is een in hoge concentraties giftig stofwisselingsproduct van het aminozuur methionine. Een verhoogd homocysteïnegehalte is slecht voor hart en bloedvaten, hersenen, gewrichten en botten. Ook wordt het geassocieerd met beroertes. Daarnaast is methylatie cruciaal voor het aan- en uitschakelen van genen, voor de overdracht van boodschappen tussen cellen en de regeneratie van zenuwen.

Synergetische werking

Dankzij het stimulerende effect op de hersenen en zenuwstelsel vormt choline een goede synergistische combinatie met DHA en B-Vitamines. DHA beschermt het lichaam tegen zogeheten vrije radicalen, waarvan vermoed wordt dat de neerslag hiervan in de hersenen een van de mogelijke oorzaken van dementie is. Op het gebied van de homocysteïnestofwisseling gaat choline een goede samenwerking aan met de vitamines B6, B12 en foliumzuur. Ook samen kan hier uitkomst bieden. 

Behandeling

De mentale achteruitgang van je dier kan vertraagd worden door middel van verschillende maatregelen.

  • Zorg voor regelmaat. Ga op dezelfde tijden wandelen met je hond en geef op vaste tijdstippen voer. 
  • Beloon je dier zoveel mogelijk voor gewenst gedrag. Straffen heeft geen enkele zin omdat je dier vaak al niet meer weet wat hij fout heeft gedaan
  • Beweeg veel, zorg dat je hond lichamelijk actief blijft maar ook geestelijk door hersengymnastiek te doen als speurspelletjes of puzzeltjes. 
  • Geef een supplement met choline en B-Vitamines.
  • Vul aan met een goede Omega-3 met voldoende DHA
  • Fytotherapeutische druppels met extract van Ginkgo biloba zorgen voor een goede bloeddoorstroming en verbeteren de hersenfunctie.

Referenties

  1. Institute of Medicine Food Nutrition Board. Dietary reference intakes for thiamin, riboflavin, niacin, vitamin b6, folate, vitamin b12, pantothenic acid, biotin, and choline. Washington DC: The National Academies Press; 1998. 592 p. 
  2. Ying J, Rahbar MH, Hallman DM, Hernandez LM, Spitz MR, Forman MR, et al. Associations between dietary intake of choline and betaine and lung cancer risk. PLoS ONE. Public Library of Science; 2013;8(2):e54561. DOI:10.1371/journal.pone.0054561. PMID 23383301.Allen LH, B-vitamins in breast milk: relative importance of maternal status and intake, and effects on infant status and function, American Society for Nutrition, Adv. Nutr. 3: 362-369, 2012.
  3. Blusztajn JK, Mellott TJ, Choline nutrition programs brain development via DNA and histone methylation, Cen Nerv Syst Agents Med Chem, 2012 Jun;12(2):82-94.Combs GF jr, The Vitamins – Fundamental Aspects in Nutrition and Health, Academic Press, London, 4th ed. 2012, pp. 397-403.
  4. Corbin KD, Zeisel SH, Choline metabolism provides novel insights into nonalcoholic fatty liver disease and its progression, Curr Opin Gastroenterol, 2012 Mar; 28(2):159-65.
  5. Corbin KD, Zeisel SH, Choline metabolism provides novel insights into non-alcoholic fatty liver disease and its progression, Curr Opin Gastroenterol. 2012 March ; 28(2): 159-165.
  6. Gaudin M, Panchal M, Auzeil N, Duyckaerrts C, Brunelle A, Laprévote O, Touboul D, Choline-containing phospholipids in microdissected human Alzheimer’s disease brain senile plaque versus neuropil, Bioanalysis 2012 Sep;4(17):2153-5159.
  7. Hollenbeck CB, An introduction to the nutrition and metabolism of choline, Central Nervous System Agents in Medical Chemistry, 2012, 12, 100-113.
  8. Innis SM, Davidson AG, Melynk S, James S, Choline-related supplements improve abnormal plasma methionine-homocysteine metabolites and glutathione status in children with cystic fibrosis, Am J Clin Nutr, 2007 Mar;85(3):702-8.
  9. Lerner V, Antioxidants as a Treatment and Prevention of Tardive Dyskinesia, Handbook of Schizophrenia Spectrum Disorders, Volume III, pp. 109-34.
  10. Li Z, Vance DE, Phosphatidylcholine and choline homeostasis, J Lipid Res, Vol. 49, 2008.
  11. Mehedint MG, Zeisel SH, Choline’s role in maintaining liver function: new evidence for epigenetic mechanisms, Curr Opin Clin Nutr Metab Care, 2013 May; 16(3):339-45.
  12. Michel V, Editorial: Choline and brain function, Central Nervous System Agents in Medicinal Chemistry, 2012, Vol. 12, No. 2.
  13. Poly C et al., The relation of dietary choline to cognitive performance and white-matter hyperintensity in the Framingham offspring cohort, Am. J. Clin. Nutr. 2011, 94, 1584-91.
  14. Rajaie S, Esmaillzadeh A, Dietary choline and betaine intakes and risk of cardiovascular diseases: review of epidemiological evidence, ARY Atherosclerosis 2011; 7(2):78-86.
  15. Ueland PM, Choline and betaine in health and disease, J Inherit Metab Dis (2011) 34:3-15.
  16. Ulbricht CE, Natural Standard, Herb & Supplement Guide, An Evidence Based Reference, Mosby Elsevier, Missouri, 2010, pp. 225-7.
  17. Wilkinson J, High maternal choline intake may prevent the development of stress-related disorders through epigenetic mechanisms, Epigenomics 10/2012; 4(5) 479-80.
  18. Zeisel SH, A brief history of choline, Ann Nutr Metab, 2012;61(3):254-8.
  19. Zeisel SH, Choline: clinical nutrigenetic/nutrigenomic approaches for identification of functions and dietary requirements, J Nutrigenet Nutrogenomics 2010;3:209-219.
  20. Zeisel SH, Choline: critical role during fetal development and dietary requirements in adults, Annu. Rev. Nutr. 2006 ; 26: 229-250.
  21. Zeisel SH, Choline: needed for normal development of memory, J Am Coll Nutr, vol. 19, No. 5, 528S-531S (2000).
  22. Zeisel SH, Niculescu MD, Perinatal choline influences brain structure and function, Nutr. Rev. 2006 April ; 64(4): 197-203.
  23. Zeisel SH, Nutrition in pregnancy: the argument for including a source of choline, Int J Womens Health. 2013 Apr 22;5:193-9. doi: 10.2147/IJWH.S36610. Print 2013.
  24. Zeisel SH, Nutritional importance of choline for brain development, J Am Coll Nutr, vol. 23, No. 6, 621S-626S (2004).
  25. Zeisel SH, The fetal origins of memory: the role of dietary choline in optimal brain development, J Pediatr. 2006 November ; 149(5 Suppl): S131-S136.