Uit de praktijk van... Evelien van der Waa: 'Dementie bij katten'

Leestijd 5 minuten

Katten worden tegenwoordig makkelijk 16 jaar of ouder. En dat is natuurlijk heel fijn voor ons als baasjes, want dan kunnen we langer van ze genieten. Helaas heeft een hogere leeftijd wel tot gevolg dat katten nu ook met echte ouderdomsziekten te maken krijgen. Een van die ziekten is dementie. Dit is vergelijkbaar met dementie bij mensen en bij honden. Door de hoge leeftijd ontstaan er veranderingen in de hersenen en ontstaat er afwijkend gedrag.

Bij de kat wordt officieel gesproken van het Cognitieve Dysfunctie Syndroom of wel een vermindering van de cognitie (=kennis, begrip). Er is sprake van dit syndroom als de leeftijd klopt (hoge leeftijd) en er geen andere medische oorzaken zijn, die de symptomen van de kat kunnen verklaren. Een syndroom is een ziektebeeld: een verzameling van verschijnselen die vaker in dezelfde combinatie optreedt.

Maar wat zie je aan een kat met dementie? 

De meest voorkomende dingen die eigenaren van katten met dementie melden zijn:

  • Extreem mauwen: dit kan zowel overdag als ‘ s nachts zijn
  • Onzindelijkheid: plassen en/of poepen buiten de kattenbak, op een ongewenste plek
  • Angst en schrikachtigheid, terwijl de kat dat eerder niet had
  • Agressief gedrag naar andere katten en/of naar mensen
  • Een ander slaappatroon: vaak omdraaien van dag-nacht-ritme
  • Veranderde sociale interacties met mensen en dieren
  • Desoriëntatie: de weg in huis niet meer weten, voor een muur stil gaan staan

Andere oorzaken uitsluiten

Het lastige bij dementie is dat er ook andere ziekten zijn, die voorkomen bij oudere katten, die vergelijkbare klachten kunnen geven. En aan sommige van die ziekten is nog wel wat te doen. Het is dus belangrijk om met een kat die dementie-achtige klachten heeft altijd naar de dierenarts te gaan. Deze kan je kat onderzoeken, zowel lichamelijk als via bloedonderzoek, en bepalen wat er met je kat aan de hand is. Als het mogelijk is kan er dan een behandeling worden ingesteld of ondersteuning worden geboden. Complementaire geneeswijzen kunnen daarbij erg zinvol zijn. 

Bij katten van 10 jaar en ouder is het verstandig om minimaal een keer per jaar je kat te laten nakijken door een dierenarts. Er zijn ook speciale vragenlijsten over oudere katten om beginnende klachten te signaleren en zo snel mogelijk in actie te komen. De vragen gaan onder meer over het eten en drinken van je kat, over mogelijk afvallen in gewicht en over gedrag. 

Dementie is een diagnose die je stelt bij exclusie, dat wil zeggen door andere mogelijke oorzaken/ziekten voor dit gedrag uit te sluiten. De definitieve diagnose kan pas na de dood gesteld worden, als de hersenen door een patholoog onderzocht zouden worden. Maar daar heeft de individuele kat niet zoveel meer aan.

Er zijn nog geen exacte cijfers bekend over hoeveel katten echt last hebben van het Cognitieve dysfunctie syndroom, wel is duidelijk dat het vaker voorkomt bij oudere katten. En de gemiddelde leeftijd van katten wordt steeds hoger. Een kat van 16 jaar of ouder i tegenwoordig heel normaal.

Andere ziekten die tot agressie kunnen leiden

Een belangrijke reden waarom katten opeens agressief gedrag kunnen gaan vertonen is pijn. Meestal bij aanraken van bepaalde lichaamsdelen, zoals de rug en de kop. Dit kan veroorzaakt worden door artrose of pijn vanuit de mond. Artrose is veel voorkomend bij oudere katten. Het gaat dan om de grote gewrichten zoals de heupen, knieën en schouders en om de wervelkolom.  Behalve agressie kunnen katten met pijn ook heel stil worden en minder bewegen. Als eigenaar kun je bijvoorbeeld merken dat een kat minder wil springen of traplopen en minder geaaid of geborsteld wil worden. 

Bij pijn in de mond merk je als eigenaar vaak dat een kat “raar gaat doen met zijn eten”. Bijvoorbeeld wel een brokje oppakken, maar het daarna laten vallen. Of wel naar de bak toelopen met zin om te eten en dan toch niet gaan eten. Sommige van deze katten willen alleen nog maar nat voer eten en geen brokjes meer. Ook zijn er katten die erg gaan kwijlen. Vooral voor het gebit is een jaarlijkse gezondheidscheck door je dierenarts onontbeerlijk. Je kunt als eigenaar namelijk nooit goed in de bek van je kat kijken en soms moet een dierenarts hierbij ook een lichte vorm van narcose toepassen. Ontstoken tandvlees, kieswortel ontstekingen en losse elementen kunnen veel pijn geven bij de kat. Na een goede gebitssanering knappen heel veel katten enorm op. En kunnen vaak gewoon weer alles eten.

Andere ziekten die tot raar gedrag kunnen leiden

De lever en de nier zijn net als bij mensen hele belangrijke uitscheiding en ontgiftigingsorganen voor de kat. Als deze organen minder goed gaan werken kan dat tot allerlei klachten leiden. Sommige klachten kun je uitwendig waarnemen, zoals bijvoorbeeld bij chronisch nierfalen, waardoor katten heel veel gaan plassen en drinken en mager worden. De bevestiging moet echter gedaan worden met bloedonderzoek. Maar chronisch hoge concentraties van afvalstoffen, zoals ureum,  in het bloed kunnen ook tot raar gedrag leiden en uiteindelijk tot coma. Chronisch nierfalen kun je niet genezen, maar je kunt het nierweefsel dat nog intakt is, wel ondersteunen met een nierdieet. Om te zien of de lever nog goed zijn werk doet is ook bloedonderzoek nodig. Bij katten die op hoge leeftijd opeens superactief worden is er vaak sprake van een te snel werkende schildklier (= hyper- thyreoïdie). Hier is een behandeling voor mogelijk.

Wat kun je doen voor je kat met dementie?

Dementie is niet te genezen, maar er zijn wel dingen waarmee je je kat kunt helpen. Zo is het fijn voor je kat als je geen dingen verandert in je huis, maar alles op dezelfde plek laat staan. Ook moet je kat makkelijk eten, drinken en de kattenbak kunnen vinden. Het beperken van de ruimte in huis waar je kat kan komen kan hierbij ook helpen. Verder geldt net als bij mensen met dementie, dat het belangrijk is om je kat te blijven uitdagen op geestelijk gebied. Het aanbieden van spelletjes en het geven van zoekopdrachten (hersenwerk) kan je kat stimuleren om actief bezig te zijn.

Choline zinvol of niet?

Bij mensen en muizen is wetenschappelijk onderzocht dat het geven van choline, een natuurlijke stof die lijkt op de B-vitamines, kan helpen bij het ondersteunen van de hersenen bij dementie. Choline is een bouwstof van de celmembraan en de basis voor een belangrijke signaaloverdrachtsstof (= neurotransmitter) in de hersenen: Acetylcholine.

Homeopathie en dementie

Zelf heb ik enige ervaring met de ondersteuning van katten met dementie met klassieke homeopathie. Het gaat dan vooral om katten die extreem mauwen, vaak ‘s nachts en om katten die onzindelijkheid vertonen. Er zijn een aantal homeopathische middelen waarvan bekend is dat ze bij deze klachten zinvol kunnen zijn. Stramonium is het meest bekend als mogelijk homeopathisch middel bij katten die heel erg mauwen en de weg kwijt lijken te zijn. Helaas werkt het niet voor alle katten die dit gedrag vertonen. Een ander bekend homeopathisch middel voor dementie klachten is Barium carbonicum. Ook bij mensen is dit een van de middelen die worden ingezet bij dementie. Het past vooral bij de vergeetachtigheid, niet meer weten hoe iets moet. Met dit middel heb ik ooit een kat heel goed kunnen helpen die onzindelijk was geworden voor ontlasting en plas.

Meer lezen van dierenarts Evelien van der Waa?