Ree dood door leverbot

Sensatie bij NML health vorige week. En helaas betekent dat soms slecht nieuws. In de boomgaard, achter het kippenhok, lag een ree. Ondanks dat de ree in slaaphouding en verdekt lag opgesteld, zagen we al snel dat er iets mis was. Een ree is een schrikachtig dier en zou direct wegspringen bij ons aantreden. En dat deed het niet. Het dier bleek morsdood te zijn.

NML health is gehuisvest in een authentieke boerenhofstede aan de oevers van rivier de Vecht in het Noord-Hollandse Weesp, aan de rand van natuurgebied Naardermeer.
Het Naardermeer bestaat uit grote plassen, moerasbossen en drassige weilanden met ondiepe plassen. Talloze dieren en planten profiteren van deze natte omstandigheden. Zo graast er een kudde Galloways, stikt het er van de vossen, bijzondere vogels waaronder tegenwoordig ook de ijsvogel, de zeldzame noordse woelmuis, otters, ringslang en een grote populatie reeën. Het Naardermeer zit vol leven.

Dat wij af en toe op ons erf een ander dier dan onze eigen huisdieren tegenkomen is dus niet helemaal vreemd.

Vos de boosdoener?

Een paar dagen voordat we de ree aantroffen hebben we ’s ochtends vroeg een vos bij het kippenhok zien wegschieten.  Was hij de veroorzaker van de dood van de ree? Opgejaagd, stress, gegrepen en aan verwondingen overleden?

De boswachter van Natuurmonumenten kwam meteen na de melding van onze vondst. Hij zag meteen waaraan het dier was overleden: leverbot. Te zien aan de ontlasting die naast de ree lag. Dat verklaart de houding waarin we het dier aantroffen. Leverbot leidt tot een ‘plotselinge dood’: het dier heeft dit aangevoeld, zich afgezonderd van het groepje waarin het leefde en een rustig plekje opgezocht om te sterven. Voor hem was dat achter het kippenhok van onze boerenhofstede. Het reetje was een bok van een jaar of twee.

Leverbot komt veel voor in ons gebied en dat heeft alles te maken met de natte omstandigheden waarin de dieren in het Naardermeer leven. Helaas werd het dit dier fataal.

Wat is leverbot eigenlijk?

Leverbot, een wormpje in een slak

Leverbot is een platworm die veel in zoetwaterslakken huist. Leverbot veroorzaakt leverschade, de symptomen hangen dan ook samen met een niet goed functionerende lever: verminderd uithoudingsvermogen, vermageren, doffe vacht, soms gele of bleke slijmvliezen. Bij bloedonderzoek worden verhoogde leverwaardes gevonden.

De cyclus van de leverbot

Een met leverbot besmet dier scheidt met de mest eieren uit. Eén volwassen leverbot kan per dag 4000 tot 7000 eieren produceren. Deze eieren komen op het land en ontwikkelen zich tot trilhaarlarven, deze moeten binnen 24 uur na uitkomst de leverbotslak binnendringen om te overleven. In de slak ontwikkelen de larven door en na twee tot drie maanden verlaten de staartlarven de slak en hechten ze zich vast aan een grashalm. Ze verliezen hun staart en worden een besmettelijke cyste. Deze besmettelijke cyste (dus niet de slak) wordt met het gras opgenomen door het paard, rund of ree. In het darmkanaal ontwikkelt de cyste zich tot een leverbotje. Dit botje baant zich een weg dwars door de darmwand en gaat op zoek naar de lever. De jonge leverbot doorboort de lever om zich na enkele maanden als volwassen leverbot te nestelen in de galgangen. Ongeveer tien weken na de infectie start de eiproductie van de leverbot. De leverbot kan jaren in de galgangen in leven blijven en eieren produceren die met de mest op het land komen.

De leverbotslak

Deze slak leeft op plaatsen waar de bodem het grootste deel van het jaar vochtig of nat is, zoals in greppels, slenken, vertrapte slootkanten en kwelplaatsen achter dijken. Een leverbotslak kan strenge winters veelal overleven, maar is zeer gevoelig voor droogte.

Leverbot bij het paard

Leverbot komt soms ook voor bij paarden. Maar dat komt dan tevoorschijn uit een mestonderzoek als paarden al sterk vermagerd zijn, in slechte conditie en andere parasitaire infecties hebben. Een paard is niet een heel goede gastheer voor leverbot, de afweer van een gezond paard is meestal goed genoeg om geen gevolgen te ervaren van leverbot. Een infectie wordt op het land opgelopen en kan niet direct van paard naar paard worden overgedragen. Leverbot komt met name voor bij runderen, schapen en geiten. Paarden met leverbot grazen dan ook meestal  op land waar ook koeien, schapen en/of geiten hebben gelopen. Via hooi of kuilgras kan geen besmetting plaatsvinden.

Voor koeien, geiten en schapen zijn orale middelen beschikbaar, die de leverbot doodt. Deze zijn niet geregistreerd voor gebruik bij paarden. 

Preventieve maatregelen

Zonder leverbotslak is er geen leverbotinfectie. Deze slak kan niet tegen droogte. Een goede afwatering en bij nat weer weiden op hoger, droger land of eerder opstallen van je dier zijn zeer doeltreffende maatregelen bij de preventie van leverbotbesmetting.

Houdt met kruiden zoals o.a. Artemisia abrotanum (Citroenkruid)Artemisia absinthium (Absintalsem)Caryophyllus aromaticus flos (Kruidnagel) en Trigonella foenum graecum (Fenegriek) het milieu in de darmen onaantrekkelijk en houdt de weerstand hoog met ingrediënten alsEchinacea purpurea (Rode zonnehoed)Solidago virgaurea (Echte guldenroede) en Hydrastis canadensis (Canadese geelwortel).

Voorkom resistentie

Om resistentie te voorkómen is het van het grootste belang om het juiste gewicht van het dier te schatten of te meten, zodat de juiste dosis van het reguliere geneesmiddel wordt toegediend.

Ter controle op het effect van een behandeling kan er drie weken na de behandeling mestonderzoek worden gedaan.

Zorg voor een goed herstel van de lever

De lever is niet alleen een belangrijke reiniger van het bloed maar speelt ook een cruciale rol bij de aanmaak van enzymen (samen met de alvleesklier), cholesterol en de afscheiding van gal. Daarnaast is de lever essentieel bij het op peil houden van de bloedsuiker- en vetzurenspiegel in het bloed. Het is tevens een opslagplaats van vitaminen. Veel klachten worden veroorzaakt door de ophoping van afvalstoffen in de lever.

De lever ondersteunen is dus van belang. De uitscheiding van belastende afvalstoffen wordt gestimuleerd evenals de opbouw en regeneratie van het leverweefsel. Ingrediënten als Carduus marianus (Mariadistel) werkt leveropbouwend, Cynara scolymus (Artisjok) beschermt de lever tegen beschadigingen en heeft een pijnstillende en ontstekingsremmende werking. Taraxacum officinale (Paardenbloem) bevordert de lever- en galfunctie en werkt diuretisch. Uncaria tomentosa (Kattenklauw) stimuleert het immuunsysteem en werkt bloed reinigend, bevordert de spijsvertering. Met deze ingrediënten herstelt het dier zo optimaal mogelijk.

In een herstelperiode zorgen onverzadigde vetzuren omega -3 , plantaardig of dierlijk (vis) voor meer energie.